Hallo allemaal,
Degene (specifiek Brenda, Harry, Mieke en Wyb) die feedback zou willen geven op de deelproducten van Quest 4a van Jose of mij....we horen erg graag wat je ervan vindt...voel je dus vrij om je reactie naar Jose en/of Frank te mailen!
Voor mijn andere BLOG-lezers : voor de definitieve producten van Quest 4a: zie onze groepsblog Eduquest 2030 vanaf 14.04.15 en geniet....de trailer heeft jullie reeds een eerste indruk gegeven....mocht dit allemaal niet lukken dan laat je door ons leerteam inspireren op de Challenge Day 2015!
Tot snel,
Gr. Frank
dinsdag 31 maart 2015
vrijdag 20 maart 2015
Netwerkactiviteiten over de grenzen van de opleiding.....inspirerend!
Hallo allemaal,
Kijkend naar het Beoordelingskader van LA4, realiseer ik me dat het goed is om te illustreren op welke gebieden en wijze ik hiermee momenteel bezig ben.
Binnen onze opleiding heb ik zitting in de werkgroep "werkplekleren". Deze werkgroep vormt een van de werkgroepen binnen het herstructureringstraject van onze opleiding. Het doel is om met ingang van september 2016 een nieuw curriculum aan te bieden aan studenten, dat optimaal aansluit op enerzijds de ontwikkelingen binnen onze beroepsgroep en anderzijds de actuele inzichten op onderwijskundig gebied. (Ook) andere competenties zullen worden aangesproken vanuit vernieuwende didactische inzichten. In dit kader heb ik deelgenomen aan het jaarlijks evenement "Kennis in Bedrijf" (KIB) binnen onze hogeschool, rondom het fenomeen "Communities of Practice". Verschillende andere opleidingen en instellingen delen hun ervaringen (en vragen) hieromtrent, hetgeen zijn meerwaarde heeft bij het (al dan niet) inpassen van deze CoP binnen een opleiding cq. binnen het werkplekleren. Binnen een "after-KIB-bijeenkomst", gehouden op de nieuwste PABO (Fontys/Zuyd lokatie Sittard) is verder op dit onderwerp ingegaan en van gedachten gewisseld. Tijdens deze after-KIB raakte ik in gesprek met een professional, die actief met de ontwikkeling en implementatie van CoP's aan de slag is gegaan binnen de petrochemische industrie. Een totaal andere wereld dan onze HBO-V, maar qua onderwijsconcept / inrichting van CoP's absoluut relevant. Interessant en inspirerend om te horen hoe professionals en studenten uit verschillende windrichtingen elkaar kunnen vinden, verrijken en kunnen inspireren...Terwijl men zich voorafgaand aan de samenwerking afvraagt wat men voor elkaar zou kunnen betekenen... Als inspiratie voor mij, een goede opstart om met deze CoP's verder aan de slag te kunnen gaan. Afhankelijk van de wensen van de werkgroep zal hier een vervolg aan gegeven worden....mijn idee is dat een CoP gericht op het opzetten en implementeren van CoP's wellicht een toegevoegde waarde zou kunnen bieden in deze!
Van een totaal andere orde in het kader van netwerkactiviteiten, kan het (in samenwerking) organiseren van een netwerkbijeenkomst/symposium genoemd worden. Gezien alle ontwikkelingen binnen de beroepsgroep van (HBO)Verpleegkundigen en bijbehorend werkveld, bestaat de behoefte om in een bijeenkomst met opleiding en werkveld met elkaar in gesprek te gaan over de consequenties van het nieuwe beroepsprofiel voor (HBO)Verpleegkundigen. Ik ben een van de organisatoren van deze bijeenkomst en heb in deze actief contact gezocht binnen en buiten onze opleidingsinstelling. Zowel experts binnen het werkveld alsook provinciale/regionale actoren (gerelateerd aan de arbeidsmarkt van de zorg) heb ik benaderd.....het heeft nog wat tijd nodig maar contacten zijn gelegd en toezegging/bereidheid om gezamenlijk invulling te geven aan een dergelijke bijeenkomst is toegezegd. Wordt vervolgd....
Leuk om te zien, hoe dergelijke blikveld-veruimende activiteiten andere inzichten en synergie kan bieden voor alle partijen....LA4 in de praktijk....wordt vervolgd, groeten,
Frank Duijzings
Kijkend naar het Beoordelingskader van LA4, realiseer ik me dat het goed is om te illustreren op welke gebieden en wijze ik hiermee momenteel bezig ben.
Binnen onze opleiding heb ik zitting in de werkgroep "werkplekleren". Deze werkgroep vormt een van de werkgroepen binnen het herstructureringstraject van onze opleiding. Het doel is om met ingang van september 2016 een nieuw curriculum aan te bieden aan studenten, dat optimaal aansluit op enerzijds de ontwikkelingen binnen onze beroepsgroep en anderzijds de actuele inzichten op onderwijskundig gebied. (Ook) andere competenties zullen worden aangesproken vanuit vernieuwende didactische inzichten. In dit kader heb ik deelgenomen aan het jaarlijks evenement "Kennis in Bedrijf" (KIB) binnen onze hogeschool, rondom het fenomeen "Communities of Practice". Verschillende andere opleidingen en instellingen delen hun ervaringen (en vragen) hieromtrent, hetgeen zijn meerwaarde heeft bij het (al dan niet) inpassen van deze CoP binnen een opleiding cq. binnen het werkplekleren. Binnen een "after-KIB-bijeenkomst", gehouden op de nieuwste PABO (Fontys/Zuyd lokatie Sittard) is verder op dit onderwerp ingegaan en van gedachten gewisseld. Tijdens deze after-KIB raakte ik in gesprek met een professional, die actief met de ontwikkeling en implementatie van CoP's aan de slag is gegaan binnen de petrochemische industrie. Een totaal andere wereld dan onze HBO-V, maar qua onderwijsconcept / inrichting van CoP's absoluut relevant. Interessant en inspirerend om te horen hoe professionals en studenten uit verschillende windrichtingen elkaar kunnen vinden, verrijken en kunnen inspireren...Terwijl men zich voorafgaand aan de samenwerking afvraagt wat men voor elkaar zou kunnen betekenen... Als inspiratie voor mij, een goede opstart om met deze CoP's verder aan de slag te kunnen gaan. Afhankelijk van de wensen van de werkgroep zal hier een vervolg aan gegeven worden....mijn idee is dat een CoP gericht op het opzetten en implementeren van CoP's wellicht een toegevoegde waarde zou kunnen bieden in deze!
Van een totaal andere orde in het kader van netwerkactiviteiten, kan het (in samenwerking) organiseren van een netwerkbijeenkomst/symposium genoemd worden. Gezien alle ontwikkelingen binnen de beroepsgroep van (HBO)Verpleegkundigen en bijbehorend werkveld, bestaat de behoefte om in een bijeenkomst met opleiding en werkveld met elkaar in gesprek te gaan over de consequenties van het nieuwe beroepsprofiel voor (HBO)Verpleegkundigen. Ik ben een van de organisatoren van deze bijeenkomst en heb in deze actief contact gezocht binnen en buiten onze opleidingsinstelling. Zowel experts binnen het werkveld alsook provinciale/regionale actoren (gerelateerd aan de arbeidsmarkt van de zorg) heb ik benaderd.....het heeft nog wat tijd nodig maar contacten zijn gelegd en toezegging/bereidheid om gezamenlijk invulling te geven aan een dergelijke bijeenkomst is toegezegd. Wordt vervolgd....
Leuk om te zien, hoe dergelijke blikveld-veruimende activiteiten andere inzichten en synergie kan bieden voor alle partijen....LA4 in de praktijk....wordt vervolgd, groeten,
Frank Duijzings
donderdag 19 maart 2015
dinsdag 17 maart 2015
zaterdag 14 maart 2015
Individuele SWOT (versie 1) Quest 3
Hallo allemaal,
Zie hieronder mijn uitgewerkt SWOT....was geen gemakkelijke opdracht maar dat weten we (als het goed is) inmiddels allemaal al. Ik hoor graag jullie (en de gamemasters....) reactie!
(Op 20.03.15 van de gamemasters de beoordeling ontvangen; was helaas slechts 5 XP waard omdat het SWOT teveel gericht was op het beoogde scenario en te weinig inging op mijn eigen werkorganisatie. Op basis van deze beoordeling en feedback van collega studenten heb ik op 03.04.15 een bijgesteld SWOT beschreven....zie bericht op BLOG dd. 03.04.15 ...ik ben momenteel nog in afwachting van de beoordeling van dit bijgestelde SWOT).
Groeten Frank
SWOT Quest 3
Open Learning Initiative: Ter volledigheid is hieronder cursief de volledige beschrijving van het gekozen scenario opgenomen.
*Samengestelde leerteams
In dit scenario worden leerteams samengesteld die aansluiten op de behoefte van de individuele student. Hiermee krijgt een student zijn/haar begeleiding op het niveau en met de expertise die de student in specifieke situaties nodig heeft. De leerteams werken met wisselende samenstellingen, passend bij de verschillende leer/begeleidingsbehoefte van de student. Individueel en passend onderwijs wordt hiermee geboden. In relatie tot de huidige situatie biedt dit scenario beduidend meer mogelijkheden voor de groeiende behoefte aan talentontwikkeling.
*Lifewide en lifebased
Het gekozen scenario zoomt in op bekwaamheidsontwikkeling, zelfsturing en duurzame verbinding met anderen. Leren wordt een standaard bestanddeel van het werkend leven; de behoefte van de werkplek ontwikkelt zich immers constant. Om hierop te kunnen blijven aansluiten en de technologische ontwikkelingen te kunnen bijbenen is lifelonglearning vereist. Lifelonglearning vereist dat een individu dit zelf kan reguleren (zelfsturing) en netwerkopbouw draagt hieraan bij. Leren is niet alleen op beroepsinhoudelijke basis vereist maar ook op andere (bijvoorbeeld burgerschaps) competenties. In relatie tot de huidige situatie sluit dit gewenste scenario aan bij de toekomstige doelstellingen van het onderwijs.
*Worldwide participatie versus real-life ervaringen
Het beoogde scenario benoemt een combinatie van face-to face, online ontmoetingen en world-wide participatie als kenmerken, terwijl de huidige situatie, student en beroepspraktijk waarde hecht aan real-life-ervaringen binnenschools en buitenschools (stage). Real-life-ervaring wordt als cruciaal gezien. Het hier gekozen scenario biedt in relatie tot de huidige situatie minder real-lifeparticipatie hetgeen derhalve in dit opzicht als “ zwak” aspect kan worden benoemd.
*Regel-luw onderwijsklimaat
Het hier beschreven toekomstscenario kent veel ruimte en weinig regelgeving. In relatie tot het huidige gestructureerd onderwijssysteem en curriculumopbouw kent de student in zijn onderwijstraject binnen het scenario veel keuzemogelijkheden met veel eigen verantwoordelijkheid. Het huidige systeem kent een gestructureerde en doordachte opbouw, die voor student, werkveld en opleiding helderheid biedt en houvast geeft. Met name tijdens de overgangsfase maar mogelijk ook daarna, zal dit regel-luw onderwijsklimaat dan ook moeite kosten en mogelijk als zwakte van het gekozen scenario worden ervaren.
*21 st century skills?
In het hier bedoelde toekomstscenario worden 21 st. century skills niet in de volle breedte benoemd. Aspecten als zelfsturing en ICT vaardigheden worden vermeld, andere aspecten blijven relatief onderbelicht. Gezien het belang dat wordt gehecht aan 21 st. century skills, onderstreept door de nodige beleidsdocumenten, vormt dit onderdeel dan ook een zwakker onderdeel van dit scenario.
*Hoogwaardig vakspecifiek
Binnen het gekozen scenario wordt naast de beroeps-specifieke competenties ingezoomd op overstijgende competenties. Binnen onze zorggerelateerde beroepsopleiding lijken toenemende complexiteit, hoogwaardig vakmanschap naast de in sneltrein verlopende (technologische) ontwikkelingen binnen de zorgsector i.c.m. het vereiste vaardigheidsniveau van beroeps-specifieke vaardigheden daarentegen toenemend belangrijk. In hoeverre dit dilemma oplosbaar is valt te betwijfelen. De toenemende (gewenste) betrokkenheid van het werkveld zal hier bovenop inzoomen op de beroeps-specifieke complexiteit en bijbehorende onderwijsbehoefte. Daarnaast valt te bezien in hoeverre het bestaande docentkorps, voornamelijk afkomstig uit deze verpleegkundige beroepsgroep, de voor deze beroepsgroep specifieke competentieontwikkeling deels zal kunnen verlaten ten gunste van niet beroeps specifieke competenties.
*Accreditering
Met het scala kwaliteitsinstrumenten in het achterhoofd, waarbij het accreditatiestelsel voor zowel onderwijs maar ook gezondheidszorg steeds “ hardere” eisen lijkt te stellen aan de beroepsgroep waarvoor wij opleiden, lijkt regelluw onderwijs een wat tegengestelde beweging. Verantwoording (met bijbehorende aansprakelijkheid) van hetgeen je doet, waarom je dit doet en met doelmatigheid in het achterhoofd lijken nog ver verwijderd te zijn van regel-luwheid. Zowel binnen de onderwijswereld, (de kwaliteit van het onderwijs moet immers omhoog), als binnen de zorgsector, (meer kwaliteit en verantwoording van zorg met minder inzet), lijkt kwaliteitsverhoging op dit moment belangrijker dan regel-luw inrichten…bedreiging of uitdaging?
4. Kansen voor het scenario
*Levenslangleren (LLL)
Het gekozen scenario heeft nadrukkelijk kansen die gerelateerd zijn aan het LLL-concept. Onze arbeidsmarkt verandert steeds sneller; om als werknemer “ gedurende het leven” actueel competent te kunnen blijven, is LLL cruciaal. Onderwijsinstellingen noemen dit aspect in hun strategie, zij zien het als hun taak om professionals te helpen waardevol te worden en te blijven. Vanuit individuele behoeftes is een goede doorstroming belangrijk, van het ene naar het andere opleidingsniveau. Vanuit de overheidsfinanciering wordt het belang van LLL zelfs onderstreept met het stimuleringsconcept : “LLL-Krediet”.
*Onderwijstechnologie
De maatschappij technoliseert en digitaliseert….dit gaat niet aan het onderwijs voorbij. Het in het gekozen scenario beschrevene sluit hier goed op aan. Of het nu gaat om op effectieve wijze inrichting te kunnen geven aan de toenemende behoefte aan een netwerkfunctie tussen opleidingsinstellingen en werkveld of bij het adequaat kunnen ondersteunen van internationaliseringsbehoefte : (onderwijs)technologie heeft een katalyserende werking, zowel voor werkveld, opleidingsinstelling alsook lerende. Denk daarnaast aan de oneindige mogelijkheden, waar het gaat om maatwerk in leertrajecten, tijds-en plaatsonafhankelijk leren, learning-analytics, 21 st. century skills en last- but not least ontwikkeling en ruimte voor zelfregulerend ontwikkelen….booming trends waar we onze ogen niet voor kunnen sluiten.
Zie hieronder mijn uitgewerkt SWOT....was geen gemakkelijke opdracht maar dat weten we (als het goed is) inmiddels allemaal al. Ik hoor graag jullie (en de gamemasters....) reactie!
(Op 20.03.15 van de gamemasters de beoordeling ontvangen; was helaas slechts 5 XP waard omdat het SWOT teveel gericht was op het beoogde scenario en te weinig inging op mijn eigen werkorganisatie. Op basis van deze beoordeling en feedback van collega studenten heb ik op 03.04.15 een bijgesteld SWOT beschreven....zie bericht op BLOG dd. 03.04.15 ...ik ben momenteel nog in afwachting van de beoordeling van dit bijgestelde SWOT).
Groeten Frank
SWOT Quest 3
Frank
Duijzings (Eduquest 2030)
14 maart 2015
Team
Eduquest 2030 heeft onderstaand scenario voor 2030 opgesteld. Het scenario is ontstaan als een van de vier kwadranten met enerzijds de as “statisch wereldbeeld – dynamisch wereldbeeld” en anderzijds de
as “leren voor beroep – leren voor het leven”. Als meest
gewenste toekomstscenario is het scenario "Open Learning Initiative" gekozen.
Open Learning Initiative: Ter volledigheid is hieronder cursief de volledige beschrijving van het gekozen scenario opgenomen.
Het zwaartepunt van het onderwijsbeleid in Europa
verschoof na 2020 van een arbeidsmarktgerichte visie naar lifewide en lifebased
learning (Europese Commissie, 2015). Hierbij vormden de drie basisbehoeften
bekwaamheidsontwikkeling, zelfsturing en het leggen van verbindingen met
anderen, het uitgangspunt (Vansteenkiste, 2010). Scholen zijn vervangen door
‘open learning initiatives’ (OLI’s). OLI’s zijn centra die blended
(face-to-face en online) streven naar laagdrempelige ontmoetingen en
participatie over de hele (digitale) wereld.
In het OLI worden competenties vanuit drie dimensies ontwikkeld:
kwalificering, socialisering en subjectivering (Biesta, 2014). Dit geldt voor
mensen van alle leeftijden. Mensen tot 75 jaar zijn dan ook massaal in de OLI’s
vertegenwoordigd (Cincinnato & De Meyer, 2013). Veerkracht en
aanpassingsvermogen zijn de sleutelcompetenties zijn om in de huidige,
dynamische samenleving te participeren (Departement Onderwijs en Vorming et
al., 2013) en krijgen voorrang boven alle andere competenties. Voor kinderen en
jongeren van 0 tot 21 jaar wordt een specifiek traject ingericht. Het
onderwijsklimaat is regelluw. Het aangeboden curriculum is breed en actueel en
betekenisrijk. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van ICT om aan te kunnen
sluiten bij de interesse en niveau van de lerende (Commissie Accent op Talent,
2009). Aspecten als diversiteit, creativiteit en nieuwsgierigheid vormen een
vaste waarde in het OLI (Robinson, 2013). Een leerteam, een wisselende groep
van mensen met verschillende competenties, staan de kinderen en jongeren bij. OLI
‘s zijn ecologische gebouwen waar laagdrempelige techno-logische voorzieningen
voor iedereen beschikbaar zijn
(Burgelman, 2014). Het OLI wordt door lokale bedrijven, culturele
instellingen, sportverenigingen, buurtverenigingen en overheden worden ge-bruikt.
De zorg voor de gebouwen is dan ook een gedeelde zaak van de lokale
gemeenschap. Om de inspanningen en bijdragen tussen deze partijen en burgers te
faciliteren is er door de overheid een nieuwe munt, de Edu ingevoerd. Uitgifte
en beheer van de Edu valt onder de verantwoordelijk-heid van de nationale
overheid. Onlangs is er gestart met de oriëntatie op de uitgifte van een
mondiale educatieve munt om het (betalings)verkeer tussen OLI ’s in
verschillende landen mogelijk te maken.
Sterktes
*Intensief ICT gebruik en gepersonaliseerd leren
*Samengestelde leerteams
*Lifewide en lifebased
|
Zwaktes
*Breed curriculum
*Worldwide participatie versus real-life ervaringen
*Regel-luw onderwijsklimaat
*21 st century skills ?
|
Bedreigingen
*Binding?
*Hoogwaardig
vakspecifiek
*Accreditering
|
Kansen
*Beroepsoverstijgende
competentie-ontwikkeling
*Levenslangleren
(LLL)
*Onderwijstechnologie
|
1. Sterktes van het
scenario
*Intensief ICT gebruik en gepersonaliseerd leren
Dit scenario hecht aan intensieve ICT-toepassingen en sluit hiermee aan op toekomstige behoeftes van studenten en maatschappelijke ontwikkelingen. Verder maakt intensieve ICT toepassing aansluitend op het niveau en interesses van de student passend en gepersonaliseerd onderwijs mogelijk. Leren en onderwijs wordt hiermee tijds- en lokatieonafhankelijk mogelijk waardoor de student regisseur van zijn leerproces kan worden. In relatie tot de huidige situatie een nadrukkelijke verbetering, de huidige electronische leeromgeving is immers redelijk statisch opgebouwd en wordt relatief incidenteel ingezet. Een goed werkend ICT systeem is hierbij cruciaal.
Dit scenario hecht aan intensieve ICT-toepassingen en sluit hiermee aan op toekomstige behoeftes van studenten en maatschappelijke ontwikkelingen. Verder maakt intensieve ICT toepassing aansluitend op het niveau en interesses van de student passend en gepersonaliseerd onderwijs mogelijk. Leren en onderwijs wordt hiermee tijds- en lokatieonafhankelijk mogelijk waardoor de student regisseur van zijn leerproces kan worden. In relatie tot de huidige situatie een nadrukkelijke verbetering, de huidige electronische leeromgeving is immers redelijk statisch opgebouwd en wordt relatief incidenteel ingezet. Een goed werkend ICT systeem is hierbij cruciaal.
*Samengestelde leerteams
In dit scenario worden leerteams samengesteld die aansluiten op de behoefte van de individuele student. Hiermee krijgt een student zijn/haar begeleiding op het niveau en met de expertise die de student in specifieke situaties nodig heeft. De leerteams werken met wisselende samenstellingen, passend bij de verschillende leer/begeleidingsbehoefte van de student. Individueel en passend onderwijs wordt hiermee geboden. In relatie tot de huidige situatie biedt dit scenario beduidend meer mogelijkheden voor de groeiende behoefte aan talentontwikkeling.
*Lifewide en lifebased
Het gekozen scenario zoomt in op bekwaamheidsontwikkeling, zelfsturing en duurzame verbinding met anderen. Leren wordt een standaard bestanddeel van het werkend leven; de behoefte van de werkplek ontwikkelt zich immers constant. Om hierop te kunnen blijven aansluiten en de technologische ontwikkelingen te kunnen bijbenen is lifelonglearning vereist. Lifelonglearning vereist dat een individu dit zelf kan reguleren (zelfsturing) en netwerkopbouw draagt hieraan bij. Leren is niet alleen op beroepsinhoudelijke basis vereist maar ook op andere (bijvoorbeeld burgerschaps) competenties. In relatie tot de huidige situatie sluit dit gewenste scenario aan bij de toekomstige doelstellingen van het onderwijs.
2. Zwaktes van het
scenario
*Breed curriculum
Dit scenario staat voor een breed curriculum, met kenmerken van generiek opleiden, terwijl de relevante arbeidsmarkt / beroepspraktijk behoefte heeft aan competente beroepsbeoefenaren met snel wisselende beroepscompetenties. Beroepsbeoefenaren die snel inzetbaar zijn en in staat zijn zelfstandig beroepscompetenties uit te voeren, zijn welkom. In relatie tot de huidige situatie bestaat het risico dat het gewenste scenario minder goed aansluit op de door de arbeidsmarkt specifiek gewenste competentievereisten.
Dit scenario staat voor een breed curriculum, met kenmerken van generiek opleiden, terwijl de relevante arbeidsmarkt / beroepspraktijk behoefte heeft aan competente beroepsbeoefenaren met snel wisselende beroepscompetenties. Beroepsbeoefenaren die snel inzetbaar zijn en in staat zijn zelfstandig beroepscompetenties uit te voeren, zijn welkom. In relatie tot de huidige situatie bestaat het risico dat het gewenste scenario minder goed aansluit op de door de arbeidsmarkt specifiek gewenste competentievereisten.
*Worldwide participatie versus real-life ervaringen
Het beoogde scenario benoemt een combinatie van face-to face, online ontmoetingen en world-wide participatie als kenmerken, terwijl de huidige situatie, student en beroepspraktijk waarde hecht aan real-life-ervaringen binnenschools en buitenschools (stage). Real-life-ervaring wordt als cruciaal gezien. Het hier gekozen scenario biedt in relatie tot de huidige situatie minder real-lifeparticipatie hetgeen derhalve in dit opzicht als “ zwak” aspect kan worden benoemd.
*Regel-luw onderwijsklimaat
Het hier beschreven toekomstscenario kent veel ruimte en weinig regelgeving. In relatie tot het huidige gestructureerd onderwijssysteem en curriculumopbouw kent de student in zijn onderwijstraject binnen het scenario veel keuzemogelijkheden met veel eigen verantwoordelijkheid. Het huidige systeem kent een gestructureerde en doordachte opbouw, die voor student, werkveld en opleiding helderheid biedt en houvast geeft. Met name tijdens de overgangsfase maar mogelijk ook daarna, zal dit regel-luw onderwijsklimaat dan ook moeite kosten en mogelijk als zwakte van het gekozen scenario worden ervaren.
*21 st century skills?
In het hier bedoelde toekomstscenario worden 21 st. century skills niet in de volle breedte benoemd. Aspecten als zelfsturing en ICT vaardigheden worden vermeld, andere aspecten blijven relatief onderbelicht. Gezien het belang dat wordt gehecht aan 21 st. century skills, onderstreept door de nodige beleidsdocumenten, vormt dit onderdeel dan ook een zwakker onderdeel van dit scenario.
3. Bedreigingen voor het scenario
*Binding?
Binnen het gekozen scenario vormt “ worldwide participatie” een van de uitgangspunten, in contrast met de groeiende behoefte aan binding tussen opleidingsinstelling en student naast de behoefte aan kleinschalig opleiden. Binnen een zorg-gerelateerde beroepsopleiding is het direct sociaal contact voor de lerende van wezenlijk belang om beroepssocialisatie te kunnen doormaken. Binnen het scenario lijkt hiervoor beperkt plek te zijn. Een ander item is het gegeven dat de lerende binnen de verpleegkundige beroepspraktijk weinig (goede) voorbeelden ziet, waarbij binnen grotere (worldwide) netwerken samengewerkt wordt. De contacten liggen wat betreft beroeps gerelateerde zaken veelal binnen de eigen organisatie. Het Verpleegkundig beroep is helaas een van de minst georganiseerde beroepen binnen beroepsverenigingen e.d.. Worldwide participeren is dan nog een lange weg. Als laatste blijkt het creëren van gemeenschappelijkheid en eenduidigheid binnen deze beroepsgroep een enorme uitdaging….de “eigenheid” van zorgorganisaties blijkt een sterk bolwerk.
Binnen het gekozen scenario vormt “ worldwide participatie” een van de uitgangspunten, in contrast met de groeiende behoefte aan binding tussen opleidingsinstelling en student naast de behoefte aan kleinschalig opleiden. Binnen een zorg-gerelateerde beroepsopleiding is het direct sociaal contact voor de lerende van wezenlijk belang om beroepssocialisatie te kunnen doormaken. Binnen het scenario lijkt hiervoor beperkt plek te zijn. Een ander item is het gegeven dat de lerende binnen de verpleegkundige beroepspraktijk weinig (goede) voorbeelden ziet, waarbij binnen grotere (worldwide) netwerken samengewerkt wordt. De contacten liggen wat betreft beroeps gerelateerde zaken veelal binnen de eigen organisatie. Het Verpleegkundig beroep is helaas een van de minst georganiseerde beroepen binnen beroepsverenigingen e.d.. Worldwide participeren is dan nog een lange weg. Als laatste blijkt het creëren van gemeenschappelijkheid en eenduidigheid binnen deze beroepsgroep een enorme uitdaging….de “eigenheid” van zorgorganisaties blijkt een sterk bolwerk.
*Hoogwaardig vakspecifiek
Binnen het gekozen scenario wordt naast de beroeps-specifieke competenties ingezoomd op overstijgende competenties. Binnen onze zorggerelateerde beroepsopleiding lijken toenemende complexiteit, hoogwaardig vakmanschap naast de in sneltrein verlopende (technologische) ontwikkelingen binnen de zorgsector i.c.m. het vereiste vaardigheidsniveau van beroeps-specifieke vaardigheden daarentegen toenemend belangrijk. In hoeverre dit dilemma oplosbaar is valt te betwijfelen. De toenemende (gewenste) betrokkenheid van het werkveld zal hier bovenop inzoomen op de beroeps-specifieke complexiteit en bijbehorende onderwijsbehoefte. Daarnaast valt te bezien in hoeverre het bestaande docentkorps, voornamelijk afkomstig uit deze verpleegkundige beroepsgroep, de voor deze beroepsgroep specifieke competentieontwikkeling deels zal kunnen verlaten ten gunste van niet beroeps specifieke competenties.
*Accreditering
Met het scala kwaliteitsinstrumenten in het achterhoofd, waarbij het accreditatiestelsel voor zowel onderwijs maar ook gezondheidszorg steeds “ hardere” eisen lijkt te stellen aan de beroepsgroep waarvoor wij opleiden, lijkt regelluw onderwijs een wat tegengestelde beweging. Verantwoording (met bijbehorende aansprakelijkheid) van hetgeen je doet, waarom je dit doet en met doelmatigheid in het achterhoofd lijken nog ver verwijderd te zijn van regel-luwheid. Zowel binnen de onderwijswereld, (de kwaliteit van het onderwijs moet immers omhoog), als binnen de zorgsector, (meer kwaliteit en verantwoording van zorg met minder inzet), lijkt kwaliteitsverhoging op dit moment belangrijker dan regel-luw inrichten…bedreiging of uitdaging?
4. Kansen voor het scenario
*Beroepsoverstijgende
competentie-ontwikkeling
Het gekozen scenario hecht nadrukkelijk waarde aan brede competentieontwikkeling. “Lifebased” bekwaamheidsontwikkeling, zelfsturing en verbinding aangaan met anderen sluit aan op de toekomstige behoeftes van onze bevolking. In beleidsdocumenten is dan ook veelvuldig terug te lezen hoe belangrijk persoonsvorming en vakoverstijgende competenties worden gezien naast de meer vakspecifieke competentieontwikkeling. Hetzelfde geldt voor competentie-ontwikkeling op het vlak van wendbaarheid, creativiteit, internationale attitude en responsiviteit....volop kansen voor het gekozen scenario.
Het gekozen scenario hecht nadrukkelijk waarde aan brede competentieontwikkeling. “Lifebased” bekwaamheidsontwikkeling, zelfsturing en verbinding aangaan met anderen sluit aan op de toekomstige behoeftes van onze bevolking. In beleidsdocumenten is dan ook veelvuldig terug te lezen hoe belangrijk persoonsvorming en vakoverstijgende competenties worden gezien naast de meer vakspecifieke competentieontwikkeling. Hetzelfde geldt voor competentie-ontwikkeling op het vlak van wendbaarheid, creativiteit, internationale attitude en responsiviteit....volop kansen voor het gekozen scenario.
*Levenslangleren (LLL)
Het gekozen scenario heeft nadrukkelijk kansen die gerelateerd zijn aan het LLL-concept. Onze arbeidsmarkt verandert steeds sneller; om als werknemer “ gedurende het leven” actueel competent te kunnen blijven, is LLL cruciaal. Onderwijsinstellingen noemen dit aspect in hun strategie, zij zien het als hun taak om professionals te helpen waardevol te worden en te blijven. Vanuit individuele behoeftes is een goede doorstroming belangrijk, van het ene naar het andere opleidingsniveau. Vanuit de overheidsfinanciering wordt het belang van LLL zelfs onderstreept met het stimuleringsconcept : “LLL-Krediet”.
*Onderwijstechnologie
De maatschappij technoliseert en digitaliseert….dit gaat niet aan het onderwijs voorbij. Het in het gekozen scenario beschrevene sluit hier goed op aan. Of het nu gaat om op effectieve wijze inrichting te kunnen geven aan de toenemende behoefte aan een netwerkfunctie tussen opleidingsinstellingen en werkveld of bij het adequaat kunnen ondersteunen van internationaliseringsbehoefte : (onderwijs)technologie heeft een katalyserende werking, zowel voor werkveld, opleidingsinstelling alsook lerende. Denk daarnaast aan de oneindige mogelijkheden, waar het gaat om maatwerk in leertrajecten, tijds-en plaatsonafhankelijk leren, learning-analytics, 21 st. century skills en last- but not least ontwikkeling en ruimte voor zelfregulerend ontwikkelen….booming trends waar we onze ogen niet voor kunnen sluiten.
Aanradertje....Samenwerkend leren.....
Hallo allemaal,
Afgelopen week in nauwe samenwerking met Jose " live" gestoeid met onze SWOT's. Hierbij erg veel aan elkaar gehad, zodat we individueel gericht verder konden stoeien. Ik heb goede ervaringen met dit soort koppels...in LA3 het nodige geleerd met en van Pascal en nu in LA4 hetzelfde met Jose.
Bijkomend effect is ook de bekende stok achter de deur en natuurlijk de lekkere koffie met bijbehorende chocolade die je bij Jose krijgt...waarvan akte...
Gr. Frank
Afgelopen week in nauwe samenwerking met Jose " live" gestoeid met onze SWOT's. Hierbij erg veel aan elkaar gehad, zodat we individueel gericht verder konden stoeien. Ik heb goede ervaringen met dit soort koppels...in LA3 het nodige geleerd met en van Pascal en nu in LA4 hetzelfde met Jose.
Bijkomend effect is ook de bekende stok achter de deur en natuurlijk de lekkere koffie met bijbehorende chocolade die je bij Jose krijgt...waarvan akte...
Gr. Frank
donderdag 12 maart 2015
Feedback SWOT
Hallo Jose,
Ik heb mijn concept SWOT naar jou gemaild en hoor graag je feedback. Alvast bedankt, groeten Frank
Ik heb mijn concept SWOT naar jou gemaild en hoor graag je feedback. Alvast bedankt, groeten Frank
maandag 9 maart 2015
Innovatief schoolbezoek 090315 : iXperium HAN Arnhem
Hallo allemaal,
Vandaag voor mijn innovatief schoolbezoek naar iXperium geweest (PABO HAN Arnhem).
We zijn hier hartelijk ontvangen en na een korte inleiding actief betrokken bij een middag die studenten van de PABO o.l.v. een docent verzorgden t.b.v. een groep 4 basisschool-leerlingen.
Het innovatieve doel van iXperium is gericht op de brede toepassing van ICT binnen het onderwijs. iXperium is een onderdeel van de HAN, dat in gelijkwaardigheid met een viertal schoolorganisaties in de omgeving, ICT-toepassingen in het onderwijs bevordert. Op dit moment is men vooral nog basisschoolgericht, maar ook het voortgezet onderwijs komt steeds meer in zicht. Kosten, bemensing, gebruik en ervaring vindt vanuit betrokken stakeholders plaats.
Steeds wisselende basisonderwijs-groepen komen kennis maken met uiteenlopende ICT mogelijkheden, aansluitend op hun niveau. Zowel leerlingen maar vooral ook leerkrachten worden hierdoor geïnspireerd...De iXperium bijeenkomst van vandaag werd begeleidt door 3e/4e jaars PABO studenten, waardoor we ook met hun in gesprek konden gaan omtrent hun ervaringen. PABO studenten zijn erg enthousiast, dragen dit ook uit, maar merken ook dat de onderwijspraktijk nog niet altijd zo ver is....van de andere kant is men positief over de bereidheid en openheid van betrokken basisscholen om van en met iXperium te ontdekken wat allemaal kan. Faciliteiten (geld!) hebben is echter cruciaal voor het kunnen uitbreiden van ICT in het onderwijs.
Nadat we hebben geparticipeerd bij enkele vormen van ICT toepassing t.b.v. de groep 4 leerlingen hebben we met de begeleidende docent nagepraat over de implicaties van ICT in het onderwijs.
Als positieve kanten van ICT toepassingen in het onderwijs kan worden genoemd:
>uitdagend spelelement,
>mogelijkheden voor passend onderwijs/ talentontwikkeling,
>adaptief leren door "learning analytics".
Daarnaast is ook gesproken over de beperkingen van ICT toepassingen. Denk aan:
>belang van blijven confronteren van leerlingen met de echte wereld i.p.v. bepeken tot de virtuele wereld,
>het belang van live samenwerking en communicatie,
>het economisch effect voor onderwijsontwikkelaars en uitgevers,
>de noodzaak om bewust en selectief/reflectief om te gaan met nieuwe ICT toepassingen en ontwikkelingen.
>het belang om tijd die mogelijk beschikbaar komt, in te vullen met vervangende of aanvullende leeractiviteiten, bijvoorbeeld gericht op burgerschapscompetenties of 21st. century skills.
Verder was het leuk om te horen dat het iXperium hun " scenarioplanning" gebaseerd heeft op een brainstorm met de stakeholders (in-extern) en bijbehorend onderzoek. Via een nulmeting, specifiek omschreven ICT competenties voor docent / student / werkveld is e.e.a. opgezet. Ook in bijscholings-trajecten voor betrokken docenten is geïnvesteerd. Ook geeft men aan dat de toekomstige ontwikkeling van ICT in het onderwijs relatief onzeker is, alhoewel er de laatste jaren een enorme versnelling lijkt op te treden.
Hieronder volgen enkele voorbeelden van de ICT toepassingen waaraan we hebben mogen deelnemen:
Bovenstaande laat een smart-table zien, die in het onderwijs voor uiteenlopende leersituaties kan worden toegepast en waarbij de leerling bijvoorbeeld op zoek moet naar meerdere afbeeldingen op het scherm die bij elkaar horen. Van hieruit wordt geïntegreerd geleerd.
Hierboven zien jullie de "SWINX". Deze swinx is een eenvoudig apparaat dat een spelelement toevoegt en een combinatie van bewegen en cognitief leren bevordert...een soort ren-je-rot met kenniselementen gecombineerd...de leerlingen liepen er letterlijk en figuurlijk warm voor! Dit apparaat geeft opdrachten, houdt tijd per leerling bij, stimuleert en prijst de prestatie enzovoort. Altijd i.c.m. met een leerkracht in te zetten maar met goed effect!
De i-pad hierboven wordt hierboven ingezet als " wordmaker"....in een soort scrabble-constructie (alle talen mogelijk), maar kan ook voor andere leerinhouden worden ingezet (rekenen, ruimtelijk inzicht enz.). De leerling speelt tegen de i-pad...de inhoud is per leerniveau in te stellen en leerlingen willen vooral punten verzamelen....al spelende wordt geleerd!
Als laatste zien jullie hierboven "Globe 4D". Een meerdimensionale atlas waarbij vanuit verschillende variabelen de aarde in kaart kan worden gebracht en kan worden bekeken (b.v. de ontwikkeling van onze planeet; de ontwikkelingen van het broeikasteffect; de ontwikkeling van het gesteente enz.). Door te draaien met de aardbol wordt het onderdeel van de aarde zichtbaar dat je wil bestuderen. Fascinerend hoe leerlingen hierdoor aangetrokken worden...
Afsluitend hebben we nog gesproken over de verwachte revolutie van de aldaar aanwezige 3D-printer...qua economische waarde, qua duurzaamheid, de regio-gerichtheid, verwachte schaalvergroting maar ook schaalverkleining. Er wordt hier enorm veel van verwacht in de nabij toekomst.....mooi om nu live te kunnen zien!
Al met al een inspirerende middag waarin in elk geval mijn blikveld weer enorm is verruimd!
Dank jullie wel, iXperium - PABO HAN - Arnhem!
Groeten Frank Duijzings
zaterdag 7 maart 2015
Quest 2 individueel deel
Hallo allemaal,
Na alle hectiek van afgelopen weken bij deze mijn individuele Quest 2 opdracht.
(Voor het groepsdeel van deze Quest : zie groepsblog Eduquest 2030)
Graag hoor ik jullie reactie!
Groeten Frank Duijzings
Na alle hectiek van afgelopen weken bij deze mijn individuele Quest 2 opdracht.
(Voor het groepsdeel van deze Quest : zie groepsblog Eduquest 2030)
Graag hoor ik jullie reactie!
Groeten Frank Duijzings
Individuele
opdracht toekomstscenario’s Quest 2
(sector HBO)
Frank
Duijzings, MLI LA4, 07.03.15
Scenario 1: “Leren voor een beroep”
(as individuele ontwikkeling) gekoppeld aan
een “statisch wereldbeeld” (as
wereldbeeld).
Uitgangspunt
in het onderwijs is een hybride leeromgeving (bestaand uit een met de
beroepspraktijk verbonden school) waarbij leer- en werkproces met elkaar zijn verweven.
Aansluiting tussen beroepsgerichte competenties en opleidingsinhoud staat
centraal. De docent is primair inhoudsdeskundig op het competentiegebied
waarvoor hij onderwijs verzorgt en is deels werkzaam in de beroepspraktijk. Bevoegdheid
wordt onder verantwoordelijkheid van de docent geborgd via een overheidssysteem
met verplichte professionaliserings-credits. De student kiest vanuit een
talentanalyse individueel zijn leertraject, gekoppeld aan europese (vastgestelde)
beroepscompetenties. Verdiepings-mogelijkheden worden geboden via het volgen
van leereenheden binnen andersoortige opleidingen van hetzelfde niveau (gemaximeerd).
Voorzieningen sluiten aan op opleidingsvisie, geformuleerd door beroepspraktijk
i.s.m. onderwijsinstelling. Onderwijs vindt middels blended werkvormen plaats binnen
multifunctionele ruimtes, met effectieve inzet van ELO/ICT en aandacht voor
duurzaamheid. Vanuit de regionale onderwijsinstellingen worden i.s.m. werkveld sectoroverstijgende
leerinhouden naast sectorspecifieke leerinhouden aangeboden. Samenwerking
tussen studenten wordt in het sectorspecifieke onderwijs ingebouwd, gericht op
de toekomstige samenwerking en gekoppeld aan onderzoekvaardigheid.
Peer-constructies worden veelvuldig ingezet. Toetsmoment- en -vorm kiezen
studenten zelf. Stimuleringsmaatregelen (o.a. financieel) worden vanuit (lokaal)
overheid-beleid geboden, passend bij de (lokale) arbeidsmarkt.
Scenario 2: Leren voor een beroep (as
individuele ontwikkeling) gekoppeld aan dynamisch
wereldbeeld (as wereldbeeld)
Beroepscompetenties
worden veralgemeniseerd per beroepssector, met specifieke aandacht voor het analyserend
vermogen en beroepssocialisatie. Vanuit co-creatie tussen onderwijsinstelling
en (internationaal) werkveld wordt het onderwijs onder gelijkwaardigheid
vormgegeven. Docenten hebben een trendwatchtaak binnen hun beroepssector en
houden dit internationaal bij, als input voor curriculum. Omgaan met onzekerheid
en flexibel omgaan met veranderingen zitten verweven in onderwijs. De docent is
competent in de veralgemeniseerde competenties van de beroepssector en coach binnen
gepersonaliseerd onderwijs. Steekproefsgewijs checkt het ministerie
docentcompetenties. Docenten demonstreren verandervaardigheid en flexibiliteit.
Studenten leren hun opleidingstraject zelfstandig uit te stippelen. Daarnaast
worden ze getraind in ontwikkeling en vernieuwing, participatie binnen
onderzoek hoort hier vanaf dag 1 bij. Voorzieningen uit de omliggende wereld
gebruiken staat centraal, informatievaardigheid wordt als belangrijke kern
ingezet. Onderwijs vindt plaats in (inter)nationale CoP’s, waarin student, werkveld
en docent participeren. Effectieve (internationale) communicatie met
gemeenschappelijk taalgebruik is cruciaal. De school als fysiek instituut
verdwijnt, opleiden vindt voor de student plaats in opeenvolgende communities, gelinkt
aan de co-creatie-participanten met consensus over opleidingsinhoud. Vanuit de
in co-creatie bepaalde kaders wordt de werkwijze binnen de CoP bepaald.
Toetsing is aan betreffende community. Een uitgebreide ICT-omgeving is cruciaal,
waarin relevante leerinhouden continu beschikbaar zijn. Opleidingskosten zijn
afhankelijk van het terugverdieneffect van de student binnen de community.
Scenario 3: Leren voor het leven (as
individuele ontwikkeling) gekoppeld aan
statisch wereldbeeld (as wereldbeeld)
Onderwijs
sluit aan bij meerdere categorieën competenties: beroepsspecifiek, werknemers-
en burgerschapscompetenties en 21st. century skills. Beroepsmatige ontwikkelingen
(bv. toename zorgtechnologie) en maatschap-pelijke veranderingen (bv.
participatie-maatschappij) bepalen mede de onderwijsinhoud. Onderwijs heeft een
socialiserende ontwikkelfunctie. Onder-zoekvaardigheid kan verankering vinden in
alle categorieën. De docent is competent en model op het gebied van alle
categorieën competenties. Alle competenties dienen zichtbaar te zijn in de
docentperformance binnen- en buiten de opleidingsinstelling, gemonitord via HR
instrumentarium. De student kiest zelf zijn ontwikkeltraject uit, gekoppeld aan
vastgestelde competenties per categorie. ICT is als voorziening binnen alle
categorieën zichtbaar. Gebouwen zijn duurzaam, met aandacht voor
multifunctioneel gebruik in de wijk waar ze staan. Studenten krijgen een gebruikerstaak
in het functioneren van de school als leer- en als leef-organisatie, aangevuld
met een rol voor de omgeving. Leren kun je immers van iedereen. Elke student
dient een keer uit te wisselen met een soortgelijke rol binnen een andere
culturele omgeving. Studenten worden voor
de niet-beroepsspecifieke categorieën opleidings- overstijgend begeleid met
aandacht voor samenwerken, samenleren en samenleven. Werkvormen zijn interactief,
met nadruk op contacten tussen docenten, studenten van de eigen en andere
opleidingen, werkveld en fysieke omgeving (wijk). Er is structureel contact met
werkveld en maatschappij omtrent ontwikkeling en afstemming van
onderwijsinhoud. Onderwijsdeelname is vrijblijvend, behalve de niet-beroepsspecifieke
categorieën met verplichte toetsing. Niet-beroepsspecifieke competenties worden
getoetst vanuit de vertoonde rol binnen de instelling. Beroepsspecifiek
onderwijs wordt bekostigd vanuit schoolgeld, gerelateerd aan (lokaal)
overheidsbeleid, passend bij arbeidsmarkt. Niet-beroepsspecifieke competenties
worden gerelateerd aan studentinzet beloond of verrekend.
Scenario 4: Leren voor het leven (as
individuele ontwikkeling) gekoppeld aan dynamisch
wereldbeeld (as wereldbeeld)
Het
onderwijs sluit aan op vastgestelde competenties binnen het internationale beroepenveld,
geïntegreerd met mondiaal vastgestelde probleemoplossende, analyserende en
zelfregulerende competenties. Daarnaast is subjectwording
(autonoom-onafhankelijk-kritisch denkvermogen) belangrijk. Beroepsmatige en
maatschappelijke veranderingen bepalen de inhoud van de opleiding. Docen-ten nemen
deel aan internationale trendwatch-communities m.b.t. toe gewezen competentiegebieden.
Omgaan met onzekerheid en veranderingen zitten verweven in de opleiding en de
docentrol. De docent is coach en sparringpartner van de student en neemt samen
met student en professionals deel aan (inter) nationale CoP. Kennisontwikkeling
en -circulatie zijn centrale doelen voor het CoP. De student en andere leden
van de CoP gedragen zich als reflective practitioner. De student solliciteert naar
een plek in communities, start hierbij nationaal en groeit naar internationaal
CoP. Toelating en bevordering naar een volgende periode vindt plaats in de CoP
o.b.v. assessment. Studenten kiezen relevante leerdoelen op alle competentie-gebieden
en stemmen de zelf bedachte aanpak van hun leertraject af binnen de CoP. Onderzoekvaardigheid
en adaptief vermogen zijn centrale competenties. Onderwijsvoorzieningen zijn
enerzijds via de CoP beschikbaar en daarnaast is op leerinhoud en communicatie
gericht ICT vereist. Deelname aan de community impliceert een taak in het
beheer en functioneren van de community, als leer- en beoordelingscomponent.
Kostenaspect is geregeld vanuit een internationaal sociaal zekerheidsstelsel.
Prepairing op de rol in de wereld staat centraal.
Gebruikte Bronnen
Aalsma, E., Baartman, L., De Bruijn, E., Huisman, J.
(2010). Leren in hybride leeromgevingen in het beroepsonderwijs. Praktijkverkenning,
theoretische verdieping Expertisecentrum Beroepsonderwijs.
Bennemar, K. & Snoek, M. (2006). Leren
met toekomstscenario’s. Utrecht: Digitale
Universiteit.
Biesta, G. (2011). Het beeld van
de leraar: Over wijsheid en virtuositeit in onderwijs en onderwijzen.
Tijdschrift voor lerarenopleiders.
Biesta, G. (2014). Wat is goed onderwijs? Over
kwalificatie, socialisatie en subjectivering.
Retrieved
from
http://nivoz.nl/artikelen/wat-is-goed-onderwijs-over-kwalificatie-socialisatie-en-subjectivering
Coenders, M. (2012). Community of Practice. In M. Ruijters & R. J. Simons (Eds.), Canon
van het leren. Deventer: Kluwer.
Dellen, van. T. (2011). Lifelong learning in Nederland: Wat is het en waarom? Groningen:
Rijksuniversiteit Groningen.
Doets, C., Van Esch, W. & Westerhuis, A. (2008). Een brede verkenning van een leven lang
leren. Den Bosch: CINOP.
Education 2030. Hier, nu, daar,
dan. Ontwerpen en veranderen in het onderwijs. (2011).
Retrieved from http://www.education2030.be
Europese Commissie (2012). Een andere kijk op
onderwijs: investeren in vaardigheden voor betere sociaal-economische
resultaten. Retrieved
from http://eur-lex.europa.eu/legal-
content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52012DC0669&from=EN
Europese Commissie (2015). European 2020 Strategy. Retrieved from
http://ec.europa.eu/europe2020/index_en.htm
Lambregts, J., Grotendorst, A. & Van Merwijk, C. (2015). Bachelor of Nursing 2020 4.0. Een
toekomstbestendig opleidingsprofiel. Congresboek van de Stuurgroep Bachelor
of Nursing 2020.
Onderwijsraad. (2008). Onderwijs
en Maatschappelijke verwachtingen, scholen kiezen zelfbewust positie. Den
Haag: Onderwijsraad.
Schoot, T. (2011). Visie op
onderwijs aan de HBO-V anno 2011. Heerlen, intern document Zuyd Hogeschool.
Turkenburg, M. (2005). Grenzen aan
de maatschappelijke opdracht van de school. Den Haag: Sociaal Cultureel
Planbureau.
Verweij, A., (RIVM), De Beer, J., (NIDI). (2011). Bevolking: Achtergronden bij prognoses en scenario's. In:
Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid.
Bilthoven: RIVM
Zitter, I., Hoeve, A., Aalsma, E. (2014). Hybride
leeromgevingen in het onderwijs.
Retrieved from:
https://www.leraar24.nl/video/5715
Abonneren op:
Posts (Atom)